Caïro

De stad Caïro heeft maar liefst 19 miljoen inwoners. Het is er dan ook ongelooflijk druk. We reden vanochtend als eerste naar het Egyptisch Oudheidkundig Museum, het laatste grote hoogtepunt dat we gezien moesten hebben van het oude egypte.

We waren lang bezig om er te komen, door het absurde verkeer. Maar het museum is zeer de moeite waard. We liepen er ruim 1,5 uur rond en dat was eigenlijk bij lang na nog niet genoeg, zoveel schatten zijn er te zien van het oude Egypte. Alleen al de kostbaarheden uit het graf van Toetanchamon beslaan meerdere gangen.

We zagen o.a. de bekende Rosetta steen, het gouden masker van Toetanchamon en we stonden oog in oog met de goed geconserveerde mummies van de farao’s, zoals die van Ramses II. Het is toch wel bijzonder om letterlijk de man te zien die verantwoordelijk is geweest voor zoveel van de prachtige tempels die we bezocht hadden.

Opmerkelijk genoeg is er van Cheops, de farao die de grootste piramide van allemaal heeft gebouwd, maar één beeldje gevonden van ongeveer 7 centimeter groot.

Het museum is eigenlijk veel te klein om al dit moois te huisvesten, sommige beelden lagen zonder beschrijving maar een beetje opgestapeld. Er wordt aan een nieuwe lokatie gebouwd. We reden erlangs en er stond op een bord dat ze nog 1040 dagen bezig zullen zijn.

Het museum ligt in het hartje van Caïro aan het beroemde Tahrir plein, waar in 2011 de volksmassa’s bijeenkwamen die de revolutie veroorzaakten waardoor Mubarak ten val kwam.

Het regeringsgebouw van de partij van Mubarak staat ook aan het plein. Het gebouw is gemakkelijk te herkennen want het is helemaal uitgebrand.

In de middag reden we naar de Citadel van Saladin. Deze citadel is gebouwd door de beroemde Islamitische veroveraar Saladin, die streed tegen de kruisvaarders. Binnen de Citadel staat de grote Mohammed Ali moskee.

Vanaf de citadel hadden we ook een fantastisch uitzicht over de stad Caïro.

In het oude centrum van Caïro liepen we binnen bij een Koptische kerk en een Joodse synagoge. Maar deze gebouwen vallen volledig in het niet bij het aantal moskeeën. Caïro staat niet voor niets bekend als de “stad van de 1000 moskeeën”. Letterlijk op elke hoek van de straat zie je een minaret.

In de stad valt het ook op hoeveel huizen er onafgebouwd zijn. Hele wijken staan leeg of lijken in aanbouw, alleen werkt er niemand aan. We hebben begrepen dat er over een niet afgebouwd huis geen belasting betaald hoeft te worden. Dat zou dit fenomeen misschien deels kunnen verklaren.

We sloten de dag af bij de bazaar tegenover de Hoessein moskee. Dit is de grootste bazaar van Egypte. We zijn één straat ingelopen en het duurde ruim een half uur voordat we aan het eind van de straat waren.

Hier was het echt een gekkenhuis. Alles krioelde door elkaar heen. Eén groot mierennest van mensen. De talloze winkeltjes moesten bovendien bevoorraad worden door deze zelfde straat, wat de chaos alleen nog maar groter maakte.

Echt van alles werd hier verkocht. Van kleding tot vuurwerk, dat gemakshalve ook maar direct te plaatse in de menigte werd afgestoken. Het ging er soms toch wel heet aan toe. Zo zagen we twee mannen elkaar bijna wurgen die het niet eens waren over de prijs.

We gaven de moed maar snel op om hier iets te kopen. Wanneer je namelijk interesse toonde in de uitgestalde waar, was je verzekerd van een uiterst irritante plakkerige verkoper, die met je mee bleef lopen als je wegliep. Dat leerden we dus maar snel af.

Het was een bijzondere ervaring om mee te maken, maar we waren ook wel weer blij om uit Caïro te vertrekken. Per nachttrein vertrokken we ‘s avonds weer naar Luxor.

Nog geen reacties

Nog geen reacties

TrackBack URI

Plaats een reactie